De weg van de groente
De boer hij egt en ploegt, en zaait weldra,
Komkommers kweekt hij groen en fijn,
Maar ook wel verse sla,
Maar waarom spant de boer zich in?
Is het voor zijn groot gezin?
Nee, hij kweek het voor de slanke lijn.
De kok daar ver weg in het restaurant,
Verwerkt met liefde heel weldra,
Die mooie producten van het land,
Hij snijdt en hakt en mengt dan heel bewust,
Voor hem is het een lieve lust,
En maakt zo frisse, verse kommerkommersla.
De gasten, verheugd met wat op tafel komt,
Zien voedsel, vis, vlees of kip, er is genoeg,
Niet praten dan met volle mond,
Het vlees is op, de groente blijft daar op bord,
De groente helaas, helaas, verwordt
Het werd kwamkwammersloeg.
Al doet boer en kok ook zo hun best,
Het is de klant die het verpest,
In plaats knap en mager te blijven,
Vertrekken ze, lelijk en met bolle lijven.