Spelen en eten

Tot in 1944 gingen wij regelmatig naar Enschede omdat al onze familie daar woonde. Omdat wij steeds bij een andere tante logeerden was de stad voor mijn gevoel heel groot. Ik slaagde er niet in om de verschillende delen van de stad aan elkaar te verbinden. Pas veel later realiseerde ik mij dat sommige tantes dicht bij elkaar woonde zonder dat ik dat ooit had bemerkt.

Mijn broer en ik logeerden aan het eind van de oorlog een keer bij de moeder van mijn moeder. Daar was werkelijk niets om te spelen. Alleen een oude stoof en twee schelpen waar je de zee in kon horen ruisen. Ik zal wat zee gehoord hebben. En een regenton als zwembad.

  

Ook in Enschede hebben wij  op een dag in de buurt van een tante een handwissel van de spoorweg omgezet. Net toen we dat gedaan hadden kwam er een man aan die het bemerkte. Wij kregen vreselijk op onze donder.

Van een hele oude opoe kreeg ik toen spekpannenkoeken te eten. Ze hebben me nog nooit zo gauw weg zien lopen. Vreselijk.

Terug naar START of naar volgende pagina