Het vertrouwen dat Nederland buiten de oorlog zou kunnen blijven werd wreed geschonden toen de Duitsers in mei 1940 ons binnen vielen.
Direct na de inval van de Duitsers wilde mijn vader niet langer voor de “Hembrug” werken en nam hij ontslag. Vanaf dat moment verdiende hij zo goed als het ging de kost door allerlei zaken van leer te maken op onze zolder. Tasjes, riemen maar vooral zadels voor paarden en de reparatie daarvan. Deze werkzaamheden op de zolder staan mij nog bewust bij. Hij werd daarbij geholpen door ene mijnheer Breibach, die ook geen lust had bij de AI te blijven werken voor de Duitsers. Pas na de oorlog zag mijn vader kans deze activiteiten voort te zetten in een gehuurde ruimte aan het Sluispad in de Koog.
Een eerste herinnering van mijn huis is dat ik net kon lopen en met mijn hoofd juist boven de tafel uit kon kijken. Op een dag, dat ik ziek op de divan lag, waaide het heel hard. Mijn moeder was net even weg, toen er een dakpan van het huis van de buren door het glas van onze tuindeuren vloog. Dat was schrikken!
Ook herinner ik mij dat ik ‘s-middags nog sliep en dat oudere buurmeisjes mij daarna kwamen halen om in een wandelwagentje met mij te rijden. Dat ging tot het einde van de straat en daarna terug. Soms nam mijn moeder mij mee naar de Stationsstraat waar distributiebonnen moesten worden opgehaald.
Terug naar Start of naar volgende pagina