PUMME van IJmuiden naar Gijon VV
De wind huilde ’s-morgens door de verstaging van de schepen die zich aan het voorbereiden waren voor de tocht naar Spanje. Het palaver was om tien uur LT; de gezichten van de deelnemers stonden strak, maar nog strakker stonden de gezichten van de organisatoren. Immers, de dag ervoor was de wind 7 -8 Bf uit ZW geweest en bij windkracht 7 of meer zou er niet gestart worden. Dat had veel gevolgen voor de organisatie van de rest van de tocht. De wedstrijd van twee jaar geleden naar Lissabon lag nog vers in het geheugen. Gedurende de hele route waaide er toen een stormachtige wind en slechts een paar deelnemers hadden de finish weten te halen. Het bestuur was destijds een ernstig verwijt gemaakt dat men onder die omstandigheden niet had mogen starten.
Een meteorologe van vliegbasis Valkenburg verscheen op het podium. Zij legde uit dat onze kusten werden geteisterd door een drietal depressies waarvan er twee in het Zuidwesten de kans hadden zich samen te voegen. De windverwachting bij de start was 6 afnemend 5 maar in de loop van de nacht zou de wind weer toe kunnen nemen tot maximaal 8. Een gunstig aspect was dat de wind, vanwege het feit dat de depressies zich dicht bij ons land bevonden, snel zou ruimen en uit de voor ons gunstige NW hoek zou gaan waaien. Na aandringen vertelde ze dat dit de “worst case” situatie was en dat het meest waarschijnlijk tot 5-6 beperkt zou blijven. Na de dame te hebben aangehoord werd het besluit genomen “Er wordt vandaag gezeild”.
Daarna werd het aanpoten om op tijd bij de startlijn te komen. Hiervoor moest tegen wind in naar een punt 2 mijl NW van de pieren worden gevaren tegen een hoog oplopende zee. De korte hoge golven dicht bij de kust maakten het door de wind gaan erg moeilijk zodat de motor af en toe moest helpen om door de wind te komen. Het zeilen zelf met een rif in het grootzeil en kotterfok viel goed te doen. Direct na de start werd de genua (iets ingedraaid) bijgezet. De eerste zeezieke diende zich aan en verdween onderdeks om er de volgende 24 uur niet meer vandaan te komen. Dit gaf problemen voor ons nauwgezet uitgedokterd wachtschema die echter in goed overleg opgelost werden. Al na een paar uur waren alle deelnemers uit zicht en waren wij alleen.
De navigatie voorschriften verplichtten ons de scheepvaartroutes om Rotterdam heen ruim aan BB te houden. Daarom werd een veel Westelijker koers aangehouden en duurde het tot de volgende middag alvorens wij ter hoogte van Dover de Engelse kust verkenden. De navigatie leverde met de hulp van GPS en radar geen moeilijkheden op . De tweede vaardag gaf ons een afnemende wind ter hoogte van de Engelse Zuidkust. Deze was echter niet meer in zicht omdat wij ruim Zuid van Wight wilden blijven. In de loop van de tweede nacht passeerden wij Wight waarbij wij - bij lichte wind - een groot veld van wedstrijdjachten moesten doorkruizen. Het gaf enige opwinding aan boord toen in het donker de koers van de vele tientallen schepen niet goed viel vast te stellen.
De derde dag viel de wind volledig weg en werd er een aantal uren op motor gevaren. (De klasse voorschriften stonden een beperkt aantal motoruren toe, die we echter met boete overschreden.)
Plymouth, onze eerste bestemming, bereikten wij rustig zeilend onder zeer zonnige omstandigheden. Gefinished werd na exact 3 etmalen gevaren te hebben.
Pas 3 dagen later werd opnieuw gestart voor het traject naar Gijon in Noord Spanje. De start was met ong. 24 uur uitgesteld vanwege de depressie die met stormachtige wind door het Kanaal trok. Ook gedurende de start waaide de wind nog lekker door vanuit NW waardoor direct een rechtstreekse koers kon worden gevaren richting Spanje. Het was een ervaring om Eddystone Rock op korte afstand te passeren. (Nooit eerder gezien).
De eerste twee dagen hadden wij een rustige wind 2 - 4 Bf. De derde nacht nam de wind toe met een volledig bedekte lucht en veel regen. Op een bepaald moment die nacht riep de wacht mij met de opmerking dat er nu wel een heel donkere lucht scheen aan te komen. Op dat moment zeilden wij met vol grootzeil en de kotterfok bij halve wind. De genua was weggedraaid vanwege het vlagerige weer. Voordat wij tijd hadden om het grootzeil te reven - ik was net bezig mijn pak aan te trekken - nam een squalvlaag ons op en gooide de boot bijna plat op het water. De zijkant van de kajuit was op dat moment voor mij gemakkelijker te belopen dan de vloer. Dit duurde echter maar kort; door het losgooien van de grootschoot kwam de boot weer snel overeind en kon alsnog een rif worden gezet. De twee rustende bemanningsleden binnen bemerkten wel wat maar konden even later weer doorslapen. Die nacht bleef het hard waaien. Het varen was geweldig met lange hoge oceaangolven die ons schuin van achteren opliepen. Voor de zekerheid hadden we de radar bijgezet zodat wij de ergste buien in het stikdonker konden zien aankomen. In de loop van de volgende ochtend nam de wind alweer af. Wij finisten in Gijon in de loop van die dag en waren dus opnieuw na drie etmalen binnen.
Toen begon het feest! Bij aankomst kregen wij per schip een aantal flessen lokale champagne. Liggeld hoefden we niet te betalen. De gemeente Gijon en de lokale zeilverenigingen hadden er alles aan gedaan om het ons naar de zin te maken met elke dag recepties met gratis hapjes en drankjes en daarna bonnen voor gratis drinken in veel cafe’s aan het havenfront. Wij werden de laatste avond met muziek voorop naar een jachtclub gebracht voor de prijsuitreiking. De straten waar wij langskwamen waren door de politie afgezet. Dit was wel de mooiste jachtclub die ik ooit heb gezien. De prijsuitreiking vond vanzelfsprekend met veel toeters en bellen plaats. Daarna ging een brede deur open en kwamen wij in een gigantische zaal terecht waar lange tafels stonden overvloedig gevuld met de meest exquise en lekkere tapas. Drank, zoveel als je wilde, werd door obers die overal rondliepen ingeschonken. Op een toneel speelde de hele avond een band uit Cuba opzwepende muziek. Deze avond werd aangeboden door het Ministerie van de provincie waartoe Gijon behoort. Het waren een paar dagen die mij nog lang zullen heugen.
De volgende ochtend zijn wij weer uit Gijon vertrokken. Na twee dagen kwamen wij in Camaret (bij Brest aan).
Vooral de laatste nacht hadden we nog even zwaar weer maar de bemanning was inmiddels wel wat gewend. Meer indruk maakten - afgezien van de dolfijnen , die we op de terugweg regelmatig zagen - de walvissen die onze weg kruisten en waarvoor we liever opzij gingen. Omdat ik nog nooit de Raz de Sein was gepasseerd besloten wij dat dit keer te doen. Viel dat even tegen! Het water was spiegelglad en we werden er met een rustig vaartje doorheen gesleurd. Ik had het heel anders verwacht.
Via Guernsey, Wight en Brighton kwam er na aankomst in IJmuiden een eind aan deze prachtige tocht.
De bemanning bestond op de heenweg uit vijf man (incl. o.g.) Deze mensen had ik via internet leren kennen. Al na korte tijd was het een goed ingespeeld team. De terugweg werd met vier man gevaren, waarvan een nieuw aan boord kwam.
Terug naar startpagina