Terug in de kazerne nam het gewone leven weer een aanvang. Ik was er niet blij mee; het werd zo’n sleur. s-Morgens om 7 uur reveille, ontbijt, om 8.30 inspectie en mededelingen en de rest van de dag een beetje rondhangen. De oproepen, reveille, taptoe enz. werden door een echte hoornblazer getoeterd. Dat was wel heel apart!

 

Van mijn functie als schrijver typist had ik nog niet veel gemerkt want ik reed alleen maar in de jeep. s-Avonds om 6 uur eten en daarna mocht je tot 10 uur doen wat je wilde. Ik ging vaak de stad in met een paar maten; café, biljarten, bioscoop ed. Grapjes uithalen met officieren, met z’n allen met de linker hand salueren en kijken of ze het in de gaten hadden. Om 22.00 uur gekleed voor je bed of in pyama erin.

Ik was bevriend met een kok die we vetlel noemden. Hij was inderdaad nogal dik terwijl ook aan z’n uniform te zien was dat hij vaak boven een vette hap hing. De vriendschap gaf wel kleine voordelen bij het eten. Je moet weten dat je in de kazerne niet keurig van een bord at. Nee, je had een plate, dat was een rechthoekige metalen bak van 30 x 20 CM met een opstaande rand. Daar werd je warme prak ingesmeten met een sinaasappel of appel erboven op. Vaak was er soep die je in je mok kreeg of er bovenop werd gegooid.

Soms had je corvee en moest je helpen bij de afwas. Vanwege mijn speciale beroep (ha, ha) hoefde ik in Assen nooit op wacht te staan.

Door naar volgend blad   of naar beginscherm   of naar Overzicht