Ik kon heel goed met de majoor Bijl de Vroe opschieten. Soms paste ik op zijn kinderen of hielp als hij thuis een feest gaf.

 s’Avonds was er altijd wel wat te doen. We gingen naar de bioscoop, speelden bingo – de Engelsen zijn er gek op – of gingen naar de stad.

 Op het kazerneterrein werd met Engels legergeld betaald. Dat was nog het echte ouderwetse met 12 penny’s in de shilling en 20 shilling in het pond.

Ik kreeg mijn soldij dan ook in deze valuta en verder een buitenlandtoelage in guldens. Dat was ook veel meer dan het soldij wat je als dienstplichtige in Nederland kreeg.

In de weekenden dat ik niet naar huis ging stroopten we de omgeving af. Er was altijd wel wat te doen in de steden en dorpen in de omgeving. Er was altijd wel ergens Schützenfest of kermis en ook het karnaval werd al heel vroeg in de tijd gestart. Paderborn b.v was goed met de trein te bereiken. Maar ook Bielefeld was de moeite waard.

Door naar volgend blad of naar beginscherm   of naar Overzicht