Het eerst kreeg je een mes, een vork en een z.g. messtin (etensblik) waarmee je naar de kantine werd gestuurd om wat te eten. Bij latere maaltijden kon je van een plate eten; dat was een groot metalen bord met drie vakken.
Na het eten moest je zelf maar uitzoeken wie of wat er nog meer op het loopbriefje stond.
Vooral de foerier was een crime; je kreeg in 1 keer een reusachtig pak kleren en andere spullen. Er werd min of meer gekeken of de kleren wel ongeveer je maat waren. Verder kreeg je het handboek soldaat. In de volgende twee maanden werd uit dit boek alle details van het soldaat zijn onderwezen.
Onze lichting was de eerste die halfhoge schoenen kreeg. Voordien liepen de soldaten met de echte zwarte kistjes met spijkers eronder die vooral bij de exercitie zo’n lekker lawaai maakten. We kregen allerlei artikelen waarvan ons het doel nog niet helemaal duidelijk was. De kledij bestond uit twee uniformen (z.g. eerste en tweede grijs) een werkpak, een pet en een baret. Deze laatste leek nog het meest op een opgeblazen pannenkoek. En natuurlijk een heel martiale helm (binnen en buitenhelm) waarvan de laatste bijna niet te tillen was.
Door naar volgend blad of naar beginscherm of naar Overzicht