Medio 1977 werd ik op eigen verzoek weer overgeplaatst naar Nederland. Door gewijzigde directie werd in Frankrijk grote druk gelegd op het in dienst nemen van lokaal Frans personeel. Dit zat tegen xenofobie aan. Ik voelde mij op termijn niet meer op m’n plaats, alhoewel mijn resultaten goed waren.
Ook qua gezin stonden we op een tweesprong. Vooral onze dochter begon Frans en Nederlands te verhaspelen. Haar Frans werd langzaamaan beter dan haar Nederlands. Beide kinderen zaten op het Lysée International in St. Germain. Er was wel een Nederlandse klas maar daar kregen ze maar een paar uur per week Nederlands. Voor de rest ging alle onderwijs in de Franse taal.
Een afscheid van het mooie Frankrijk en de gezellige weekends in Parijs werd noodzakelijk.
Dank zij deze tijd in Frankrijk spreken mijn zoon en dochter nog goed Frans. In 1978 gingen wij terug naar Nederland.
In het hoofdkantoor van Sigma werd ik verantwoordelijk voor de internationale facturatie van leveringen en de incasso daarvan.
.
Overleg over een financieel probleem met een accountant.
Overleg met mensen uit een groot aantal landen bleef schering en inslag. Ik kende de meeste nog van de tijd dat ik scheepsverven deed.
Op onderstaande foto zit ik met enkele collega's en een delegatie van een Chinees scheepswerfcommité. Het gezeldsschap was veel groter. Op een gegeven moment komt één van de chinezen naar mij toe en vraagt waar we zouden gaan eten. We hadden al bij een chinees restaurant gereserveerd en ik gaf hem de naam. De man verdween. Een paar uur later zag ik hem terug en vroeg hem waarom hij de naam van het restaurant wilde weten. Zijn baas had hem opgedragen na te gaan of het wel een restaurant was met een continentale eigenaar, dus niet een uit Taiwan! Het was in orde.
Dit werk had echter niet bepaald mijn voorkeur. Ik liet dan ook links en rechts weten dat ik wel wat anders wilde.
Door naar volgend blad of naar beginscherm